Taal, tekens en pictogrammen zijn onlosmakelijk verbonden met de leesbaarheid van straat of weg. ‘De taal van de weg’ is een kunsttoepassing voor de ondergrondse doorgang Nieuwe Kadijk-Oosterhoutseweg waarin taal toegang biedt aan de verdwenen geschiedenis van de plek.
Op de betonnen wanden van de onderdoorgang zijn door de passerende automobilist twee woorden te lezen: BOOMSTAM en STAMBOOM. Samen vormen ze een woordpaar, dat herinnert aan de Napoleontische tijd waarin de Oosterhoutseweg werd aangelegd. Het woord ‘boomstam’ herinnert aan het strakke ritme van bomen dat in die tijd langs wegen werd aangeplant voor bevoorrading en schaduw ten gunste van de soldaten. Dit ritme is in loop van de tijd deels verdwenen en met de komst van de onderdoorgang nog verder opgeknipt. Het woord ‘stamboom’ duidt op de gestandaardiseerde registratie van geboorte, huwelijk, echtscheiding en overlijden die door Napoleon werd ingevoerd: de Burgerlijke Stand. De twee woorden worden 3 meter hoog, verdiept in de betonnen tunnelwanden aangebracht en voorzien van een goudkleurige metaalcoating.
Aan de Oosterhoutseweg worden nieuwe balustrades geplaatst. Hun positie volgt het Napoleontische bomenritme. Tussen de zware houten kolommen staan ranke stalen staven in een beweeglijk ritme, een kleine verwijzing naar het rietland in de omgeving. In de avond is de balustrade ingetogen verlicht.